About

During his internship as a Fontys student Lamin Conteh thought of the plan of setting up a foundation.

The internship project of TU/e, Fontys Hogescholen and the Catharina hospital showed him the possibilities of a hospital in the Netherlands, which contrast sharply with the hospitals in his native country.

Therefore he wants to collect all second-hand measuring equipment, educational tools, instruments and such in order to send them to the Gambia. For this purpose he set up the CareGambia project.

The African Students Union at TU/e has contacted Cohen to get acquainted and if possible to work together. Any contribution is welcome. 

 

Land en volk

Ligging

Gambia ligt in West-Afrika, aan de Atlantische Oceaan. Met een oppervlakte van 11.300 km2 is het land ongeveer 1/5 van Nederland en België tezamen. In feite is het een lange strook land, doorsneden door de gelijknamige rivier. Deze ontspringt op het Foeta Djallonplateau in Guinea en stroomt via Senegal en Gambia naar de Atlantische Oceaan.

Het land is nauwelijks breder dan 35 kilometer, met uitzondering van de kuststrook, die ongeveer 70 kilometer haalt, de ingang tot de rivier Gambia daarbij inbegrepen. Vanaf het uiterste westen tot aan de oostelijke grens met Senegal is de afstand, hemelsbreed gemeten, circa 320 kilometer (ongeveer Groningen-Maastricht), over de weg vanaf Banjul ruim 400 kilometer. Gambia ligt ten noorden van de evenaar, op ongeveer 13 graden noorderbreedte en op 13 tot 16 graden westerlengte. Dat is bij benadering net zo ver van de evenaar als bijvoorbeeld Curaçao, Bangkok of Manila. Het wordt aan drie zijden ingesloten door Senegal, een land dat ruim 17 keer zo groot is en waarmee nauwe banden bestaan.

 
Het landschap is licht glooiend. Er komen wat heuvels voor maar die zijn nauwelijks als zodanig herkenbaar. Op een enkele uitzondering na gaat het meestal om, wat wij noemen, ‘vals plat’. Het hoogste punt ligt ten noorden van het landinwaarts gelegen Basse Santa Su, en bedraagt ruim 46 meter! 

 

Klimaat 

Klimatologisch gezien blijkt dat de temperatuur tamelijk constant is. Als er weinig wind staat of de wind waait uit het oosten, komt de warmte vaak drukkend over, maar na een paar dagen ben je daar wel aan gewend. 

Als de wind van de oceaan waait heerst er aan de kust een ideaal klimaat. Vooral gedurende het droge seizoen, waait de wind uit het noordoosten. Hij voert warme lucht aan vanuit de Sahara, wat dankzij het koelere oceaanwater tot aangename waarden daalt. In het binnenland is de temperatuur tijdens het droge seizoen bijzonder hoog. De relatieve luchtvochtigheid valt, met uitzondering van de regentijd, wel mee. Het is een kwestie van een ander leeftempo. Je doet dingen rustig, je gaat je wat langzamer bewegen. 

Gambia heeft een subtropisch klimaat met een duidelijk verschil tussen het droge en het natte seizoen. 

Gedurende de regentijd vallen de (soms hevige) regenbuien vooral (maar lang niet altijd) in de middag en avond. Vanaf december tot en met april schijnt de zon vrijwel onafgebroken. In mei en november (soms ook nog in december en januari) wil er nog wel eens wat lichte sluierbewolking voor de zon trekken, waaruit soms een spatje regen valt. Voor een verblijf aan de kust behoeft men zich van het regenseizoen weinig aan te trekken. De genoemde temperaturen zijn gemiddelden. Aan de zeekant blijven de nachttemperaturen veelal hoger, wat dieper landinwaarts worden ze lager. Er kunnen, afhankelijk van het seizoen, grote verschillen optreden in de dagtemperaturen tussen de kuststrook en de landinwaarts gelegen gebieden. Tijdens de regentijd is een bezoek aan het binnenland, als gevolg van de toestand van de wegen, slechts beperkt mogelijk. Nogmaals, het zijn gemiddelden over een aantal jaren. De grootste luchtvochtigheid werd in augustus gemeten, de 95% werd gemakkelijk gehaald, in januari werd soms slechts 25% gemeten. Ook zijn er wel temperaturen waargenomen in juni en juli tussen de 35 en 40 graden Celsius. In april/mei wordt in het binnenland, vooral op de noordoever van de rivier Gambia, een temperatuur van 40° C soms met gemak overschreden.   
In de eerste maanden van het jaar komen in de Sahara zandstormen voor. De wind waait dan in de richting van Gambia. De kans dat je moeilijkheden ondervindt van een zandstorm is echter uiterst gering. De wind bereikt via de oceaan het land en brengt meestal alleen extra verkoeling. Soms echter voert de wind in de hogere luchtlagen fijn zand aan, zó fijn dat je kunt spreken van stof. Dit schermt niet alleen de zon af maar het kan er zelfs toe leiden dat het voeren van licht in het verkeer overdag zinvol is. Bovendien kan het benauwd zijn. Doorgaans is de lucht na een dag of drie weer opgeklaard. 
Net als in ons land ontstaan bij warmte kleine windhoosjes. In Gambia noemt men ze Tonkolong, wat zoveel betekent als: de duivel verplaatst zich. Een Gambiaan zal zoveel mogelijk vermijden door deze windhoosjes te lopen of te rijden. In veel namen van plaatsen in het binnenland komt je het woord Tonkolong eveneens tegen.

Klik voor het meest actuele weeroverzicht

 

Volkeren 

In Gambia leeft een vijftiental verschillende volkeren die tezamen ongeveer dertig verschillende talen spreken. Overal wordt Engels als voertaal gebruikt, óók handig voor de communicatie tussen de volkeren onderling, of zelfs binnen één bepaald volk. Behalve de taal van het volk en Engels, spreken ook velen de taal van de Wolof. Dit vindt zijn oorsprong in het feit dat de Wolof een belangrijk stempel gedrukt hebben op de handelsbetrekkingen tussen West-Afrikaanse landen onderling en de rest van de wereld. De vestigingsplaatsen zijn bij benadering aangegeven. Met name de Jola leiden een zwervend bestaan en komen in vrijwel geheel Senegambia voor, soms in uiterst kleine nederzettingen die vaak tijdelijk zijn. De volkeren leven tegenwoordig gebroederlijk naast elkaar. Dat is weleens anders geweest. Oorlogen tussen de verschillende volkeren behoren tot het verleden. Een enkele keer wil het nog wel eens tot kleine schermutselingen komen, meestal als gevolg van onenigheid over bouwgrond of weidegebied.In de toeristengebieden komen hoofdzakelijk Wolof en Mandinka voor. Andere volkeren aan de kust spreken tenminste een van die talen. De belangrijkste ervan zijn Fula en Jola.

 

Voertaal 

De officiele taal in Gambia is Engels. Het wordt gesproken in het parlement, bij de rechtspraak en bij alle officiële gebeurtenissen. De taal wordt op school onderwezen en het gebeurt maar zelden dat er niemand in de buurt is die de taal enigszins beheerst. In het binnenland kán het een enkele keer voorkomen, maar dat is een uitzondering. In de toeristengebieden wordt door vrijwel iedereen Engels gesproken. 
Bedenk echter dat onderwijs niet verplicht is in Gambia, zodat je mensen zult ontmoeten die niet lezen of schrijven kunnen. In de meeste hotels kun je ook met Frans terecht. In Gambia werken, vooral in de toeristencentra, veel Senegalezen, van wie de voertaal Frans is. Uit het voorgaande volgt logisch dat elke Gambiaan meertalig is. De taal van hun volk wordt door iedereen beheerst. Dankzij het feit dat iedereen zich in de Engelse taal uit kan drukken, is communicatie met de bezoekers mogelijk. Opgemerkt wordt dat de kwaliteit van de Engelse spreektaal terugloopt. Dit wordt in hoofdzaak veroorzaakt door het feit dat de meeste onderwijzers slechts een smalle basis hebben en er bovendien veel les gegeven wordt door (nog) niet bevoegde onderwijzers. Als je een school bezoekt dan zal het opvallen dat je bij het voorstellen vaak meteen te horen krijgt of een onderwijzer bevoegd is of niet.   
Gambianen schijnen bovendien moeite te hebben met bepaalde lettervolgordes. Bijvoorbeeld de uitgang sk wordt nogal eens ks en st wordt ts. Dus, als iemand je een quetsion aks dan weet je de oorzaak.Het is in Gambia al niet anders dan in andere landen: mensen worden razend enthousiast als je een paar woorden van hun taal spreekt. In Gambia gaat men er zonder meer van uit dat je Engels spreekt, dus verwacht daarop geen bijzondere reacties. Een paar woorden in de taal van het volk is iets heel anders, de dag kan niet meer stuk. Aan de kust is Mandinka of Wolof een vrijwel zekere bron van enthousiasme. Men begint je meteen de rest van de taal te leren, maar laat je niet misleiden! Lang niet alle woorden zijn geschikt om in het openbaar te herhalen. Houd je dus bij een paar woordjes en leer de inwoners als tegenprestatie een paar woorden Nederlands. Als je er weinig voor voelt om een hele woordenlijst in je hoofd mee te sjouwen onthoud dan in elk geval: ‘Na nga def?’, ‘hoe gaat het met u?’. Je antwoordt: ‘mangi fi’ of ‘mangi fi rekk’: uitstekend, onmiddellijk gevolgd door uw wedervraag’: Na nga def?’. Vraagt men: ‘Somoily’, dan antwoordt u: ‘Ebeji’. Dat betekent hetzelfde, maar je bevindt je nu in een Mandinka gebied. In een moslim-omgeving wordt je begroet met’: asalaa malekum’. In zo’n geval is het antwoord’: malekum salaam’.

 

BRON: http://www.travelpoort.nl (de voordelige Gambia specialist)



 

 

 

 

 


Contact: 

Lamin Conteh, Chairman and founder of Care-Gambia
E-Mail: CareGambia@Outlook.com


 

 


add by Google

Create Your Own Website With JouwWeb